‘Mijn werkgever denkt goed mee, zodat ik werken en leren optimaal kan combineren’
Peter de Gier, deeltijd Pabo KC Kwartiermaker
Vertel eens over je eigen basisschooltijd
Wij woonden letterlijk naast de basisschool. Ik vertrok dus altijd pas als ik de bel hoorde en ik vergat mijn fiets ’s mee te nemen als we naar gym moesten. Ik was behoorlijk actief en mocht allerlei taakjes doen. Zo nam ik afleveringen op video op van Thuis in de Natuur die we in de klas vervolgens gingen terug kijken. Ik vond veel dingen leuk om te doen. Ik zie juf Nelly van groep 3 nog wel eens als ik naar mijn geboorteplaats Goudriaan ga en ook de meesters uit de bovenbouw herinner ik me nog goed. Het was een fijne tijd.
Hoe kwam je ertoe voor het onderwijs te kiezen?
Veel van mijn vrienden gingen naar de agrarische of een technische school. Ik ben na de Havo en een MBO opleiding de verkoop ingegaan. Mensen ontmoeten, reizen, dat sprak me wel aan. In totaal heb ik bijna 20 jaar in de commercie gewerkt. De laatste 13 jaar verkocht ik computersystemen, wat me steeds minder motiveerde. Het onderwijs zat al wat langer in mijn achterhoofd, maar ik zag op tegen de eisen. Ik had immers alleen een Havo en een mbo diploma. Uiteindelijk besloot ik de bakens te verzetten en ging ik de opleiding tot leerkracht doen. Mijn werk als verkoper hield ik nog een jaar aan, want ik moest natuurlijk wel mijn gezin kunnen blijven onderhouden. Tijdens de Pabo heb ik stage gelopen op twee dorpsscholen.
Wat maakt dat je hier op je plaats bent?
Thuis deed ik altijd al veel voor de kerk en daar vond ik het ook fijn om iets te betekenen voor kinderen. Ik organiseerde jeugdkampen en hielp mee bij de zondagsschool en daarnaast was ik ook voetbalcoach. Ik had een vanzelfsprekend goede band met jongeren. Na het behalen van mijn Propedeuse zocht ik bewust een school met een uitdagende leerling populatie. Ik stuurde een open sollicitatie naar Signum met de opmerking dat ik graag aan de slag wilde als leerkrachtondersteuner en dat ik verder de Pabo wilde afmaken. Toen hebben ze voor mij een plek gevonden op KC Kwartiermaker. Eigenlijk voldeed ik niet aan de eisen, maar ze zagen wel kansen. Vandaar dat ze me tegemoetkwamen en wat vrijstellingen regelden. Ik voorzag dat het anders ingewikkeld zou gaan worden om een gezin met 4 kinderen te verenigen met studie en werk en ook nog wat vrije tijd over te houden. Dat is allemaal geregeld en nu valt alles op z’n plaats. Ik kom elke dag blij thuis.
Hoe was jouw start op school?
Al snel stond ik zelfstandig voor de klas. Ik merk dat ik veel voordeel heb van mijn levenservaring en het feit dat ik gewend ben om te confronteren als het nodig is. Dat maakt dat ik zelden stress ervaar. Misschien komt het ook omdat ik een man ben, maar ik heb een natuurlijk overwicht. Ik hoef soms alleen maar indringend te kijken en dan weten de kinderen dat ze niet over de grens moeten gaan. Het werk hier op school vind ik fantastisch, al besef ik dat qua didactiek natuurlijk nog veel te leren heb. Het is ontzettend leuk dat ieder kind een eigen achtergrond en niveau heeft en dat je een waardevolle rol kan spelen in hun ontwikkeling. Met al die verschillende persoontjes in de klas, die soms ook sociaal emotioneel wel eens uit de bocht kunnen vliegen, is het zaak om strakke afspraken en regels te hebben en tegelijk ook voldoende luchtigheid te bieden. Ik kan streng zijn en consequent. Als iemand aan het woord is, verwacht ik dat de ander luistert. Als we afspraken met elkaar maken, houd ik ze daaraan. Maar ik hou ook van een geintje. Als een leerling jammert dat iemand vervelend doet, speel ik soms clown Bassie die met z’n handruggen in z’n ogen wrijft.
Ik heb ook geleerd dat je niet alles perfect moet proberen te doen. Mijn motto is; je doet wat je kunt en je plant niet te ver vooruit.
Wat kunnen collega’s van jou leren?
Collega’s weten me te vinden bij ICT vragen en daar help ik graag bij. En sommige kinderen hebben ook nog behoorlijk wat moeite met het gebruik van tablets en computers, vooral als ze daar thuis geen ervaring mee kunnen opdoen. Wat ik tussendoor kan doen, doe ik met liefde, maar als je alles wat er vanuit de overheid wordt neergelegd in het onderwijs aandacht wil geven, dan loop je vast. Ik bekijk dat pragmatisch. Zo heb je bijvoorbeeld de verplichting om invulling te geven aan burgerschapsonderwijs. Dat kun je creatief vorm geven in momenten van de dag waarin het logisch is. We maken bijvoorbeeld gebruik van zogenoemde ‘beurtstokjes’ met namen van leerlingen erop. Zo zorg ik ervoor dat iedereen aan bod komt en niet alleen degene die altijd als eerste zijn vinger opsteekt. Ook hebben we een kralenpot voor goed gedrag. Als die vol is, mogen ze een leuke activiteit kiezen. Suggesties voor activiteiten schrijven ze op een briefje, waarna ze samen stemmen welke activiteit ze willen gaan doen.
Wat brengt het werk jou?
Ik geniet ervan als ik zie dat kinderen zichtbaar verder komen in een vaardigheid of op een ander vlak. Ik het kader van een schoolopdracht in relatie tot rekenen had ik de mogelijkheid om een leerling intensief te begeleiden die moeite had met geld berekeningen. Hij had na een tijdje alle opgaven van dat toetsonderdeel goed. Hij was gaan snappen hoe hij het moest aanpakken. Die aandacht zou je elk kind willen geven, maar dat is niet realistisch.
Wat vond je lastig?
Het leuke van leren, met je eigen ontwikkeling bezig zijn, is dat je nu en dan met de neus op de feiten wordt gedrukt. Van nature ben ik nogal losjes en relaxed als het gaat om werkvormen toepassen in de klas. Dat heeft voordelen, maar is niet altijd even praktisch. Zo had ik voor een opdracht een keer een les waarbij ik kinderen een waterfilter liet bouwen. Tegen de tijd dat de kinderen naar huis moesten, lag de hele klas nog vol water en zand. Ik heb nu geleerd dat ik op tijd moet vragen om op te ruimen. Soms moet je je hoofd stoten, onderin de leerkuil zitten om een volgende keer andere keuzes te maken.
Wat typeert jou?
Ik wil het graag gezellig hebben met leerlingen, maar ik word niet betaald om aardig gevonden te worden. Als leerkracht is je rol om in contact te zijn, maar ook de regie te behouden. Het moet duidelijk zijn dat ik iets van leerlingen verwacht, omdat ze oefenen om hun plaats te vinden in de wereld van morgen. Wat ik heb gemerkt in stage en werk is dat docenten soms moeite hebben met de communicatie met ouders, zeker als die verhaal komen halen. Daar heb ik helemaal geen last van. In mijn overtuiging helpt het als je naast didactische en pedagogische vaardigheden ook voldoende meesterschap over jezelf hebt, als je je eigen balans kunt bewaken.
Wat vind je van de begeleiding?
Ik ervaar op verschillende manieren ondersteuning. Van mijn stagebegeleider, vanuit HR, van de directeur van de school en van collega’s. Ze doen er alles aan om me goed te begeleiden en zijn betrokken en flexibel. Die flexibiliteit werkt overigens twee kanten op. Als er een keer iemand ziek is, neem ik die klas over.
Wat is je advies aan mensen die zich oriënteren?
Ben je aan het twijfelen over het onderwijs, dan zou ik zeggen: Doen! Niet alleen vanwege de vele vakanties. Het is vooral heel dankbaar werk.
Er is op een school altijd iets te doen, maar je hoeft niet alles tegelijk op te pakken. Je moet jezelf wel beschermen, want de valkuil is dat je dag en nacht bezig bent om de perfecte les voor te bereiden.