‘Ik ben trots dat ik als leerkracht een bijdrage mag leveren aan de ontwikkeling van jonge kinderen’
Anke van Boxmeer; Basisschool Roald Dahl
Soms is de uitdrukking ‘De appel valt niet ver van de boom’ zeer van toepassing. Dat geldt in ieder geval voor Anke van Boxmeer, leerkracht onderbouw bij basisschool Roald Dahl in St. Michielsgestel. Geboren in Loosbroek bij Heeswijk-Dinther in een gezin, waarin zowel vader als moeder in het onderwijs werkten. Dat hoeft niet altijd een voorspellende waarde te hebben voor de latere keuzes van kinderen, maar in dit geval was dat wel het geval. De basis die Anke in haar jeugd heeft meegekregen, inspireerde haar om leerkracht te worden. Haar nieuwsgierigheid en levenshouding geven nog steeds richting aan de manier waarop zij jonge kinderen in haar klas begeleidt in hun ontwikkeling.
Waarden
Anke: ‘Bij ons in het dorp was de basisschool een sociaal middelpunt in de gemeenschap. En met ouders die daar allebei werkten, kon het niet anders dan dat het thuis vaak over onderwijs ging. We gingen elke zondag naar de kerk. Vooral vanwege de mooie verhalen, het samenzijn en de bezinning. Ik leerde de waarde van medemenselijkheid en hard werken, beleefd en vriendelijk zijn voor andere mensen. Dat je altijd met anderen rekening moet houden. Het was toen vooral omdat het zo hoorde. Nu vraag ik me meer af wat ik zelf belangrijk vind in wat ik voor anderen wil betekenen.
Wereldwijs
Als kind speelde ik vaak schooltje met mijn zus en met buurtkinderen. En met kinderen op wie ik mocht oppassen, ging ik graag op ontdekkingstocht. Ik nam ze mee naar andere steden en dorpen. Zo zijn we een keer naar Giethoorn geweest, maar ook naar Duitsland. Op die manier leerden ze iets van de wereld en kregen ze vanzelf allerlei kennis over plaatsen, de mensen en de natuur. Dat ontdekken van de wereld vind ik nog steeds erg leuk. We hadden een grote tuin. Daar viel al veel te beleven. Daar is ook mijn liefde voor dieren en de natuur begonnen.
Spelend leren
Met de kinderen van mijn klas ga ik geregeld wandelen. Dan gaan we naar het bos of naar de speeltuin, Onderweg laat ik kinderen van alles ontdekken, de seizoenen, kunstwerken in de omgeving, architectuur. Het is altijd weer heerlijk om te zien hoeveel fantasie kinderen hebben. Ik zie het als mijn opdracht om een goede balans te bewaken tussen vrijheid en kaders. De ruimte om grenzen te verleggen, maar ook duidelijke afspraken over de grenzen die je moet respecteren. Mensen denken wel eens dat kleuters vooral met spelen bezig zijn, maar achter alles wat we hier doen zit een doel. Ik ben steeds alert op wat ze leren in verschillende spelvormen en met gebruikmaking van materialen.
Blijven ontwikkelen
Ik heb de Pabo in Veghel gedaan. We moesten daar veel zelf uitzoeken. Nóóit gedacht dat ik 20 jaar later middenin een speel-/werkles zou belanden met zesentwintig stuiterende kleuters om me heen. Toen ik stage liep vond ik eerst groep 5- 8 het leukst. Ik wilde lesgeven, voor de klas staan, informatie overbrengen en de kinderen iets leren. Naderhand ben ik masteropleidingen gaan volgen in Speciaal Onderwijs en Jonge Kind. Daardoor ben ik nu expert leerkracht in het team. Gaandeweg kwam mijn voorkeur steeds meer te liggen bij de kleuterbouw. Inmiddels ben ik ook betrokken bij de kleuteruniversiteit, Een platform waarop we thematische projecten op basis van kinderboeken aanbieden aan (kleuter)leerkrachten. Ik vind het fijn om te blijven leren. Daarom volg ik workshops en hou ik bij wat er in mijn vakgebied gebeurt. Het is best wel opmerkelijk dat ik mezelf eigenlijk altijd best traditioneel vond, maar dat ik toch een soort voorloper ben geworden op het expertisegebied Jonge Kind. Als coördinator onderbouw ben ik nu veel bezig met het versoepelen van de overgang van groep 2 naar groep 3. Dat kinderen in groep 3 een meer gecombineerd aanbod krijgen van spelen en leren. Het is fijn dat ik hier op school de ruimte krijg om initiatieven te nemen en dat ik mijn kennis en visie kan uitdragen. Mijn werkgever Cadans Primair waardeert wat ik doe. Geregeld komen er collega’s van andere scholen bij me langs om te kijken hoe ik zaken aanpak in de groep. Dat is ontstaan tijdens een studiedag waarin ik collega’s van andere scholen sprak over onze manier van werken met jonge kinderen.
Elke stap telt
Wat mij het meeste energie geeft, is als ik zie dat mijn aanpak effect heeft. Dat er een vonk overslaat en dat kinderen ineens een besef krijgen hoe iets werkt of dat ze iets kunnen wat ze eerder nog moeilijk vonden. Soms zit het in hele kleine dingen. In de bouwhoek bouwt een kleuter de Deltawerken die hij op vakantie heeft gezien. Ik daag hem uit er een autoweg overheen te laten lopen en laat een foto zien. Even later pakt hij m’n hand en trekt me mee naar de bouwhoek: het is gelukt! Op een dag na de vakantie komt m’n Oekraïense kleuter met een brede glimlach binnen en zegt na acht weken onderwijs zijn eerste Nederlandse woord tegen me: ‘hoi!’ Soms gaan we de wijk in, naar het verzorgingstehuis. Dat doen we veel te weinig, maar die verbindingen zijn ontzettend waardevol, voor de kinderen en de ouderen.
Zien en gezien worden
Omdat ik zelf van nature wat introvert ben, voel ik kinderen goed aan die wat teruggetrokken zijn en zich niet zo op de voorgrond plaatsen. Ik ben me waarschijnlijk meer bewust van de noodzaak dat deze kinderen ook het recht hebben om gezien te worden. Wat ik merk is dat veel kinderen tegenwoordig échte aandacht zoeken en gezien willen worden. Wat daar ook de oorzaak van is, het maakt wel dat we daar als school mee te dealen hebben. Het heeft invloed op het welbevinden en dus ook op het leerproces van kinderen. Juist omdat thuissituaties zo complex kunnen zijn, vind ik het belangrijk om mijn oordeel uit te stellen. Er is altijd een reden voor bepaald gedrag. Een signaal dat ik verder moet onderzoeken wat er aan de hand is. Gesprekken met ouders zijn hierin essentieel. Ik heb het geluk dat ik het vertrouwen geniet van ouders en daardoor ook zaken open kan bespreken.
Keuzes maken
Het vak zou aantrekkelijker gemaakt kunnen worden als je kan werken in kleinere groepen waarin je de aandacht beter kunt verdelen. Als je meer tijd zou hebben voor het primaire proces en er niet zoveel tijd zou gaan zitten in alle dingen die na schooltijd nog op schoolniveau moeten gebeuren. De werkdruk vind ik nu best hoog. Er komt veel op het onderwijs af en we kunnen niet alles tegelijk doen. We zullen met elkaar keuzes moeten maken wat we wel en niet doen. Ik zou het toejuichen als we meer tijd zouden hebben om met het team leuke dingen te doen. Dat schiet er te vaak bij in.
Van betekenis
Ik leer elke dag opnieuw van en met de kleuters. Dat ze leren als ze spelen. Ze leren kleine dingen, elke dag weer. Van al die kleine dingen zullen ze iets meenemen voor de rest van hun leven, iets kleins wat in het jonge kinderleven heel groots kan zijn. Ik ben blij en trots dat ik daar als leerkracht een bijdrage aan mag leveren.